De bussen van De Lijn denderen mee op de weg van evolutie en innovatie. Sander Ram (32) uit Mechelen is een van de ingenieurs die dagelijks nadenkt over de uitdagingen die elektrische enhybride bussen met zich mee brengen. “De technologische vooruitgang maakt het erg boeiend.”
Sander Ram (32) werkte na zijn master als ingenieur in de elektromechanica acht jaar als projectleider bij een industrieel productiebedrijf. In april gaf de Mechelaar zijn carrière een frisse wending bij De Lijn en ging hij er de uitdaging aan als Expert Beheer & Innovatie Voertuigen. “Mijn passie ligt bij voertuigen. Bij De Lijn kom ik dus helemaal aan mijn trekken.Ik woon bovendien ook op fietsafstand van kantoor. Dat is pure luxe”, vertelt hij.
Sander valt met zijn collega’s van Beheer & Innovatie Voertuigen onder de afdeling Techniek. Op hun dagelijks bord ligt een divers takenpakket. “Dat gaat van de aankoop van nieuwe bussen, het opmaken van bestekken, de opvolging van wisselstukken en de ondersteuning van techniekers, tot het analyseren en implementeren van innovaties in de transportsector. Zowel voor bussen, trams als dienstvoertuigen. Zelfs een spoorkuiser, een groot voertuig om tramrails te poetsen, passeert al eens de revue. Die technologische vooruitgang, technische inhoud en variatie aan taken maken deze job erg interessant. We pakken de verschillende opdrachten als team aan, waarbij iedereen een andere taak op zich neemt. Maar uiteindelijk trekt iedereen aan dezelfde kar. Zo leren we ook van elkaar.
Mindset
De innovatie van voertuigen maakt een belangrijk deel uit van de transportsector en dus ook van Sanders job. “Voor een chauffeur is het rijden met een dieselbus of elektrische bus min of meer gelijk. Beide hebben een stuur, rem- en gaspedaal. Wij moeten daarom het grote verschil qua werking en techniek in kaart kunnen brengen. Een hybride bus leunt ergens nog aan bij de traditionele dieselbus, maar bij een hybride moet je al nadenken over de werking van het batterijenpakket. Ga je met zo’n bus in de stad elektrisch rijden en schakel je buiten de stad over op diesel? Hoe pas je je route daaraan aan? Dat is maar een van de vele denkprocessen.
”Bij elektrische bussen is er nog meer onderzoek nodig over hoe ze het best inzetbaar zijn in de vloot. “Zo heeft de VUB (Vrije Universiteit Brussel, red.) een simulatietool gemaakt waarbij je een rit kunt simuleren volgens het type bus.Wanneer en hoe vaak moet je een elektrische bus opladen? Hoeveel kilometers kun je aan een stuk afleggen? Daarvoor moet de input van bij ons komen. Ik denk daar graag over na. Nog een aspect om rekening mee te houden zijn de verschillende seizoenen. De lente en de herfst zijn ideaal voor elektrische bussen. Je belast de batterij niet al te veel met airco of verwarming. Tijdens de winter en de zomer is er door airco en verwarming een grote impact op de batterij, en dus op de afstand die je kunt afleggen."
Collegialiteit
De ingenieur voelt dat hij elke dag bijleert sinds hij bij De Lijn aan de slag is. “Je komt toch met een bepaalde mindset aan bij een nieuwe werkgever. Bussen op waterstof zijn de toekomst, dacht ik op voorhand. Blijkt nu dat waterstof voor een bus momenteel toch wat moeilijker ligt dan ik vermoedde. Het is interessant om van andermans ervaringen bij te leren. Wat innovatie betreft, hebben we nog veel mogelijkheden om de aanpak voor de toekomst verder te bepalen.”
Sander draagt ook collegialiteit hoog in het vaandel. Een match met zijn huidige werkgever, verzekert hij. “Door corona werk ik momenteel volledig van thuis uit, maar normaal trek ik vaak naar het kantoor in Mechelen om te werken. De collega’s daar komen uit dezelfde regio. Dat is het voordeel van de verschillende satellietkantoren en stelplaatsen bij De Lijn. Dat komt het sociale contact buiten het werk ten goede. Ik ervaar De Lijn als een heel open bedrijf. De directeur springt bij ons gewoon even binnen om goeiedag te zeggen. Er is flexibiliteit qua uren en werklocatie. Je kunt binnen onze afdeling perfect thuiswerk combineren met enkele uren op kantoor. Dat is fijn. Het is hier prettig werken.”